Studio Sesam interviewt Geertje over

Jij mag ook!

Wie zijn Irini, Scott en Stas?

Het zijn drie kinderen die ieder een migratiegeschiedenis in de familie hebben. Derde, tweede, eerste generatie. Hun namen komen uit landen waar ze Grieks, Portugees of Russisch spreken. België is superdivers, dat wil zeggen dat er heel veel herkomstnationaliteiten zijn. Eén op de vier inwoners in het Vlaams gewest had anno 2022 een niet-Belgische herkomstnationaliteit. In almaar meer gemeenten wonen meer dan 100 nationaliteiten bij elkaar. Met de keuze voor die drie talen wou ik ook de minder gebruikelijke laten meespelen.

Je hebt het niet over het meest zichtbare en opvallende, de beperking die twee van de kinderen hebben?

Dat is met opzet. Die beperking is maar een deel van wie ze zijn. Het zijn in de eerste plaats kinderen die elkaar tegenkomen op straat. Er ontstaat een misverstand. We vertellen wat er dan gebeurt en hoe ze elkaar kunnen vinden. Het gaat over wat ze gemeenschappelijk hebben. Kinderen met een beperking zijn zelden onderwerp van een verhaal. Als ze al voorkomen, zijn ze dikwijls niet de hoofdfiguur, maar een nevenfiguur die dient om andere personages te schetsen als heel sociaal of liefdevol. Deze kinderen hebben hun eigen talenten en dromen. Irini is een sterk meisje met een mooie stem. Haar moeder pampert haar niet. Ze zal het nog nodig hebben in haar leven om zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Scott is ook een leuke jongen, heel sociaal en een beetje stoer.

Waarom heb je een kinderboek geschreven?

Het is fijn om aan kinderen te vertellen dat iedereen erbij hoort, ook kinderen met een handicap, ook kinderen met een vluchtverhaal. Ieder op hun manier hebben ze best al wat meegemaakt. Hetzelfde verhaal vertellen we drie keer, omdat het toont dat niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. Dat is uitleggen wat empathie betekent. Hoe eerder kinderen daarmee kennis maken hoe beter. Het is broodnodig in deze ingewikkelde wereld. En zo kunnen we vertellen over het verschil tussen misverstand, plagen en pesten.

Hoe kom je bij Studio Sesam terecht?

Via mijn werk in audiodescriptie voor televisiefictie, hoorde ik over audiodescriptie bij kinderboeken. Studio Sesam maakt veel kleuter- en peuterboekjes en daarin zijn de illustraties bijzonder belangrijk. Ze vertellen de helft van het verhaal. Een kind dat niet goed kan zien, mist dus de helft van het avontuur. Als je die prenten dan omzet in taal en geluiden, dan kan je dat wat goedmaken. Met muziek erbij in de montage kan je de luisterervaring optillen tot iets wat in de buurt komt van samen lezen en voorlezen. Voor anderstalige kinderen of ouders, geef je bovendien extra woordenschat. Dat vond ik een uitdagend idee. De uitgeefster, Ingrid, was meteen bereid om het uit te proberen en zo hebben we een hele reeks kunnen toevoegen aan het gedrukte aanbod. Luisterpuntbibliotheek was een gretige partner, dat is begrijpelijk. Bovendien kon ik de montage in de handen van Ronny Delwiche geven, een blinde maker. Ideaal.

Hoe kom je bij blinde mensen terecht?

Na mijn eerste boek ‘Iets tussen moeders en dochters’ in 2004, wou ik twee jaar later een nieuw schrijfavontuur beginnen. Het moest iets worden dat de moeite waard was om zoveel tijd aan te spenderen. Via een buurvrouw werd mijn aandacht getrokken door mensen die langzaam het zicht verliezen. Ik heb me twee jaar lang ondergedompeld in die wereld. Een fascinerende ontdekkingstocht. Tussen de interviews begon ik reportages te vlechten, omdat er zoveel te vertellen was. Ik heb er fantastische, sterke mensen leren kennen. Toen het af was, heb ik het helemaal voorgelezen voor Luistpuntbibliotheek.be natuurlijk. Maar het liet me niet los en zo ben ik via theater bij audiodescriptie beland. En toen kwam de vraag waarom ik niet zelf een verhaal zou willen schrijven voor Studio Sesam.

Sinds vijftien jaar ben ik bezig met diversiteit en inclusie, waarbij mensen met een beperking me bijzonder na aan het hart zijn gebleven. Wie de moeite doet om echt contact te maken, ziet dat het onbegrijpelijk is, hoe we een heel deel van de samenleving in een gesegregeerde afdeling hebben gestopt. Gelukkig is het bewustzijn gegroeid en komt er hier en daar verandering. Alleen gaat het afschuwelijk traag.

Wat kan je met dit boek doen in de klas of in de bib?

Er zitten heel wat thema’s in die je kunt aansnijden: vriendschap, begrip hebben voor elkaar, misverstanden, plagen en pesten is niet hetzelfde, ‘omstaanderstraining’, meertaligheid, handicap, ruimtelijke toegankelijkheid (voor rolstoelers en anderen), visuele beperking, kinderen met een vluchtverhaal en hun verdriet, eenzaamheid… We maken ook tips waarmee je aan de slag kan. Een begeleider hoeft niet alles zelf te verzinnen. Er zijn bovendien boeiende organisaties die daarbij kunnen helpen. Als auteur hoop ik ook op verschillende plekken voor te lezen en dan breng ik een vrolijke muzikant mee. Sacha Van Loo kan in al die talen zingen. Hij heeft bovendien een prachtige stem. En kers op de taart: hij heeft een slimme blindengeleidehond.

We maken natuurlijk een audioversie als een luisterboek, waarop woordjes in vreemde talen zullen klinken, spannend voor kinderen om dat uit te proberen. Puur taalplezier! Daarin verwerk ik ook vragen die kinderen kunnen helpen om eigen ervaringen uit te spreken.

Waarom zouden kinderen dit boek lezen?

Hopelijk omdat het leuk is! Ik hou van deze drie kinderen. Dankzij de illustraties van Julie zijn die kinderen nog meer gaan leven. Ze is sterk in emotie en beweging. Het zijn liefdevolle prenten. Voor Julie was het niet gemakkelijk, want ik leefde al maanden met die kinderen in mijn hoofd en dat mocht zij dan uitbeelden. Er zit verdriet in het boek en zij heeft het allemaal in een warm universum geplaatst. Ze mag heel trots zijn op het resultaat. Ook de specifieke elementen van een hulpmiddel voor personen met een beperking, wou ik goed hebben. Zeg niet zomaar rolstoel tegen een rolstoel, dat luistert nauw. Als je ermee wil racen, dan moet dat ook kunnen lukken. Met zijn allen hebben we er ook over gewaakt om geen andere clichés te bevestigen over bijvoorbeeld oma’s of moeders. Julie heeft er prachtige vrouwen van gemaakt.

De drie verhalen eindigen in hoop. De kinderen hebben allen een liefdevolle thuis. Dat is een positieve boodschap die mensen zo hard nodig hebben. Als we een beetje de moeite doen om echt te kijken, dan kan het goed komen.

Wie ben je? Wat doe je?

De rode draad doorheen alles wat ik doe, is liefde voor taal en interesse in mensen. Ik heb beide vaak kunnen combineren in ontelbare interviews, en dat voelt als een groot geluk. In mijn medialoopbaan én in mijn schrijvende vrije tijd heb ik al veel kunnen uitproberen en leren gedurende die 35 jaar. En heb ik verwonderd gekeken naar het beestje dat ‘mens’ heet. Dat past bij mijn nieuwsgierigheid. Misschien ben ik wel heel gulzig? Ik leef met veel diversiteit in mijn omgeving. Ik heb ervaring in diversiteit en een passie voor inclusie, omdat er zoveel fijne mensen zijn die ik niet wil missen. Hopelijk kan ik van die persoonlijke ervaringen iets doorgeven.

Mis het niet!

Boekvoorstelling

Een spannende en ontroerende vertelling over drie kinderen met een eigen achtergrond en verhaal.

Welkom in bib De Bist in Wilrijk om 15u voor de Sesam-boekvoorstelling van ‘Jij mag ook!’.

17 feb

2024

Bib de Bist Wilrijk

Bist 1,
2610 Antwerpen

Boekcover